Blog

Een verkenning: burn-out als symptoom van trauma

Lange dagen, werkdruk, en patiënten met zware trauma’s: het is geen verrassing dat veel professionals aan de grens van hun kunnen balanceren. Maar wat als burn-out niet alleen voortkomt uit te veel werk? Wat als burn-out eigenlijk een symptoom is van onopgeloste trauma’s? 

Dit is precies wat Gabor Maté ons laat zien. Het is tijd om dit idee verder te verkennen en erachter te komen hoe burn-out en trauma verbonden zijn – voor onze patiënten, maar ook voor onszelf. 

Burn-out in de zorg: cijfers en feiten

Laten we met de cijfers beginnen, want die liegen niet. Volgens de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (2022) heeft 20% van de zorgmedewerkers te maken met burn-outklachten. In de geestelijke gezondheidszorg komt daar nog een extra laagje bovenop, namelijk: de zware verhalen van patiënten en het omgaan met trauma’s. 

Dag in, dag uit luisteren hulpverleners naar de trauma’s van anderen, wat emotioneel zwaar belastend kan zijn. Dit fenomeen, bekend als secundaire traumatisering, kan leiden tot uitputting, cynisme en gevoelens van onthechting, vergelijkbaar met burn-out. Volgens een meta-analyse kan langdurige blootstelling aan de trauma’s van patiënten de kans op burn-out bij zorgverleners verhogen. Het is niet alleen de werkdruk die meespeelt, maar ook de emotionele tol die dit werk met zich meebrengt.

Maté's perspectief op trauma en werkstress

Volgens Gabor Maté, expert op het gebied van trauma en stress, is burn-out een symptoom van trauma. Dit geldt zowel voor patiënten als voor zorgprofessionals zelf. We zijn geneigd om onze eigen wonden te negeren: ”Ik moet sterk zijn voor mijn patiënten”, of ”Ik kan dit wel aan.” 

Maté stelt dat mensen vaak onbewust hun eigen trauma’s meenemen in hun werk. Dat kan variëren van jeugdervaringen tot de emotionele impact van patiënten. En die trauma’s, als ze onopgelost blijven, maken je kwetsbaar voor burn-out. Het punt is: je kunt niet blijven geven zonder dat het iets van je afsnoept. Trauma’s, zowel oude als nieuwe, kunnen ons vermogen om effectief met stress om te gaan ondermijnen. Dit maakt zorgverleners extra kwetsbaar voor burn-out. 

Neurobiologische effecten van trauma en burn-out

Trauma en burn-out hebben ook een impact op de hersenen. Chronische stress, zoals die voortkomt uit onopgeloste trauma’s, activeert continu de hypothalamus-hypofyse-bijnieras (HPA-as), wat zorgt voor verhoogde cortisolniveaus. Op lange termijn beschadigt dit de hippocampus en amygdala, de hersengebieden die verantwoordelijk zijn voor geheugen en emotie. Dit verklaart waarom burn-out vaak gepaard gaat met symptomen zoals geheugenverlies, angst en emotionele uitputting. 

Effectieve interventies vanuit Maté’s perspectief

Als we het hebben over burn-out, moeten we dieper graven dan alleen de cognitieve oplossingen zoals CGT en ACT. Gabor Maté’s visie legt de nadruk op het begrijpen van trauma’s als onderliggende oorzaak van burn-out en schetst enkele intenties vanuit zijn benadering die meer ingaan op de emotionele, lichamelijke en relationele aspecten van burn-out: 

  1. Bewustwording van emotionele onderdrukking. Maté stelt dat burn-out vaak begint met het onderdrukken van onze eigen emoties en trauma’s, soms zonder dat we het doorhebben. Vooral in de zorg, waar de focus ligt op anderen helpen, worden onze eigen emoties vaak aan de kant geschoven. Dit werkt echter als een boemerang: wat je wegdrukt, komt dubbel zo hard terug. Hoe je dit doet? Regelmatig reflecteren op je eigen gevoelens is de eerste stap. Dit betekent dat je tijd vrijmaakt om bewust te voelen wat er in je omgaat. In plaats van emoties weg te duwen, kun je bijvoorbeeld jezelf de vraag stellen: “Wat voel ik nu écht? Waarom voel ik me zo?” Dit creëert ruimte voor emotionele bewustwording en voorkomt dat opgekropte gevoelens je onderuit halen. 
  2. Lichaamsbewustzijn – het lijf vergeet niets. Voor Maté zit trauma niet alleen in het hoofd, maar ook in het lichaam. Ons lijf slaat stress en trauma op, en dat kan zich op allerlei manieren uiten: van fysieke pijn tot uitputting. Burn-out is volgens hem een manier waarop het lichaam “nee” zegt omdat de geest niet stopt. Lichaamsbewustzijn helpt om die signalen te herkennen voordat je volledig uitgeput raakt. Hoe je dit toepast? Zorg ervoor dat je regelmatig incheckt met je lichaam. Of het nu via yoga, mindfulness of gewoon een moment van diepe ademhaling is, het gaat erom dat je leert luisteren naar wat je lijf je probeert te vertellen. Plan bijvoorbeeld dagelijks een moment van 10 minuten waarin je bewust je lichaam scant en de spanning loslaat. 
  3. Zelfcompassie – stop met te streng zijn voor jezelf. Zorgverleners zijn vaak keihard voor zichzelf. Het stemmetje “ik moet sterk zijn” en “ik mag geen fouten maken” zorgt ervoor dat je voortdurend onder druk staat. Maté legt uit dat het essentieel is om vriendelijker voor jezelf te zijn en jezelf dezelfde compassie te geven die je aan je patiënten biedt. Hoe je dit doet? Plan tijd voor jezelf in, net zoals je dat voor je patiënten doet. Gun jezelf rust zonder schuldgevoel. Ook simpele dingen zoals pauzes inlassen of even helemaal niks doen kunnen helpen om je batterij op te laden. Vergeet niet: goed voor jezelf zorgen betekent dat je ook beter voor anderen kunt zorgen. 
  4. Relatieherstel – je hoeft niet alles alleen te doen. Volgens Maté is een groot deel van trauma en burn-out geworteld in verstoorde relaties en emotionele isolatie. Dit geldt niet alleen voor je patiënten, maar ook voor jou. Daarom is het belangrijk om gezonde, ondersteunende relaties te hebben, zowel op werk als privé. Hoe je dit toepast? Zorg voor een goed netwerk van collega’s met wie je open kunt praten over je ervaringen. Plan intervisie- of supervisiemomenten waarin je emotionele steun krijgt en jezelf niet hoeft te isoleren. Deel je zorgen, frustraties en successen. Door verbonden te blijven met anderen voorkom je dat je verstrikt raakt in emotionele isolatie. 

 

Zelfzorg voor de (regie)behandelaar en arts

Als zorgverlener heb je niet alleen zelfzorg nodig, maar ook specifieke tools om om te gaan met de emotionele belasting van het werk. Hier zijn een paar technieken die je kunt integreren in je dagelijkse routine: 

  1. Decompressie na zware sessies. Na een intensieve therapiesessie is het essentieel om even te decompressen. Dit kan zo simpel zijn als een korte wandeling of het opschrijven van je gedachten. Het gaat erom dat je de emotionele spanning van de sessie loslaat, zodat je niet alles mee naar huis neemt. 
  2. Boundary management – leer nee zeggen. Grenzen stellen is cruciaal. Het gaat erom dat je bewust pauzes plant in je werkdag en jezelf toestaat om “nee” te zeggen als het even te veel wordt. Zet vaste momenten in je agenda voor rust en herstel, net zoals je dat voor je patiënten doet. Deze “zelfzorg-afspraken” zijn heilig. 
  3. Debriefing na intensieve sessies. Soms is het werk zwaar en dan is het belangrijk om je ervaringen te delen. Na een zware sessie kan een korte debriefing met een collega wonderen doen. Het helpt om de emotionele lading te ventileren, zodat je niet alles in je eentje hoeft te dragen. 
  4. Reflectie en supervisie. Regelmatige intervisie- of supervisiemomenten kunnen je helpen om emotionele ballast van je af te gooien en helder te blijven in je werk. Dit is een veilige ruimte waarin je niet alleen kunt reflecteren op je werk, maar ook je eigen emoties een plek kunt geven. 

  

Bottom line: zorg voor jezelf, zodat je voor anderen kunt blijven zorgen

Burn-out is (vaak) meer dan werkdruk alleen, en we moeten erkennen dat het vaak dieper ligt dan dat. Of je nu kijkt naar trauma, secundaire traumatisering, of de emotionele tol van je vak, als zorgverlener is zelfzorg essentieel. Trauma-geïnformeerde zorg biedt niet alleen je patiënten betere resultaten, maar helpt jou ook om sterker te blijven in je werk. 

De zorg voor anderen begint met goed zorgen voor jezelf – en dat betekent niet alleen ‘genoeg slapen’, maar ook structureel decompressie inbouwen, je grenzen bewaken, en je emotionele belasting goed managen. Sta jezelf toe om nee te zeggen, zoek steun bij collega’s, en zorg dat je niet alleen bent in de worstelingen van het werk. 

Onze vraag aan jou: wat doe jij om jezelf te beschermen tegen burn-out? Hoe zorg jij dat je sterk blijft in een vak waar je continu geeft? Deel je ervaringen zodat we elkaar kunnen inspireren.

 

Bronvermelding

  1. Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (2022). Cijfers over burn-outklachten onder zorgmedewerkers. 
  2. Gabor Maté, When the Body Says No: The Cost of Hidden Stress. 
  3. Cieslak, R., Shoji, K., Douglas, A., Melville, E., Luszczynska, A., & Benight, C. C. (2014). A meta-analysis of the relationship between job burnout and secondary traumatic stress among workers with indirect exposure to trauma. Psychological Services, 11(1), 75-86.
  4. Shoji, K., Lesnierowska, M., Smoktunowicz, E., Bock, J., Luszczynska, A., Benight, C. C., & Cieslak, R. (2015). What comes first, job burnout or secondary traumatic stress? Findings from two longitudinal studies from the U.S. and Poland. PLoS ONE, 10(8).