Blog

Eerst ritme, dan rendement:
wat als we werken op
basis van biologie

Onze samenleving draait op een tijdsstructuur die grotendeels losstaat van onze biologische realiteit. We leven in een wereld waarin de klok dicteert wanneer we werken, slapen en presteren.

De 40-urige werkweek? Een product van de industriële revolutie. Het standaard 9-tot-5 ritme? Berekend op kantoorefficiëntie, niet op menselijk welzijn. Terwijl de wetenschap steeds duidelijker aantoont hoe slaap, stress, ultradiane en circadiane ritmes onze mentale gezondheid beïnvloeden, blijft werk georganiseerd volgens een model dat die kennis negeert.

Ondertussen zie jij dagelijks de invloed van slaaptekort, stress en een systeem dat uitgaat van constante productiviteit. En ook in de werkomgeving zelf is het merkbaar: hoge werkdruk, personeelstekorten en burn-outcijfers die door het dak gaan. Maar wat als we werk zouden ontwerpen op basis van onze natuur?

De kloof tussen biologie en maatschappij

Ons brein werkt cyclisch. De maatschappij niet. De wetenschap weet allang hoe belangrijk ons circadiaanse ritme is – de interne klok die bepaalt wanneer we alert zijn, wanneer we ons het best kunnen concentreren en wanneer ons lichaam rust nodig heeft. Het evolutionaire fundament regelt niet alleen ons slaap-waakritme, maar beïnvloedt ook cognitieve prestaties, emotionele regulatie en fysiologische processen zoals hormoonafgifte en lichaamstemperatuur (Walker, 2017). En toch is bijna alles om ons heen georganiseerd zonder die kennis mee te nemen. De kloktijd bepaalt ons leven, niet ons lichaam.

Chronobioloog Till Roenneberg noemt dit fenomeen sociale jetlag – de constante mismatch tussen wat ons lichaam wil en wat de maatschappij eist. We vragen van mensen – van cliënten én behandelaren – om te functioneren in een structuur die hun natuurlijke ritme saboteert. De gevolgen? Een werkritme dat ons uitput in plaats van ondersteunt:

  • Mensen die structureel te vroeg moeten opstaan (ochtenddiensten, vroege schooltijden) functioneren slechter en ervaren hogere stressniveaus (Meijer, 2023).
  • De 24/7-maatschappij negeert het feit dat herstel een fysiologische noodzaak is (Van der Helm & Walker, 2009). Dit zorgt voor burn-out en stressstoornissen.
  • Een verstoring in slaap en bioritme verhoogt impulsiviteit en emotionele instabiliteit, en wordt gelinkt aan depressie, angststoornissen en bipolaire ontregeling (Van Heugten, 2024).

 

De werkweek is een sociale constructie

De 40-urige werkweek is een overblijfsel van de industriële revolutie. Ontworpen voor fabrieksarbeid, niet voor cognitief en emotioneel intensief werk zoals psychologische en psychiatrische zorg. Uit onderzoek blijkt keer op keer dat productiviteit niet lineair is. Langere werkdagen leiden niet tot betere prestaties, maar tot cognitieve uitputting en slechtere besluitvorming (Kahneman, 2011). Toch bouwen we werkweken op alsof productiviteit een rechte lijn is en acht uur rammen de norm. In een natuurlijk werkritme hebben de volgende elementen in elk geval (g)een plaats:

  • Ultradiane ritmes. Onze focus piekt in cycli van 90-120 minuten, gevolgd door een dip. Een werkdag zou daarom opgebouwd moeten zijn rond deze natuurlijke pieken en dalen (Kleitman, 1963).
  • De seizoenen. Winterdepressie (SAD) en stemmingsschommelingen laten zien hoe sterk onze mentale toestand beïnvloed wordt door daglicht en seizoenen. Toch negeren werkmodellen deze biologische realiteit volledig (Meesters, 2023). 
  • Cognitieve vermoeidheid. Psychologen weten hoe cognitieve belasting werkt. Toch worden behandelaren regelmatig geacht achter elkaar sessies te draaien zonder de hersteltijd die nodig is om goed te blijven functioneren (Shah, Mullainathan, 2013).

 

Hoe werk eruit ziet als we biologie als uitgangspunt nemen 

De vraag is: waarom houden we vast aan een werkmodel dat niet past bij wat we allang weten over het brein? Stel je voor dat we werk indelen op basis van ons natuurlijke ritme. Dat ochtendmensen niet hoeven te vechten tegen de vroege start van een werkdag. Dat wintermaanden niet meer gepaard gaan met een collectieve energiedip, omdat we wéten dat mensen zich anders voelen en presteren in de winter dan in de zomer – en dat werk daar gewoon op aangepast wordt. Dat we niet langer ‘herstel’ als iets zien dat je buiten werktijd moet organiseren, maar als een integraal onderdeel van hoe je goed blijft functioneren. In het kort:

  • Werken volgens circadiane pieken. Laat ochtendmensen vroeg starten en avondmensen later. Plan cognitief zware taken in de ochtend en sociale interacties in de middag – in lijn met de biological prime time theorie (Pink, 2018).
  • Seizoensgebonden werkstructuren. Minder intensieve uren in de winter, intensievere periodes in de zomer. Inspelen op de natuurlijke cycli van energie, in plaats van daar tegenin werken.
  • We werken kortere, productievere werkdagen. Zweedse experimenten met 6-urige werkdagen laten zien dat dit leidt tot hogere productiviteit, minder ziekteverzuim en betere mentale gezondheid (Wergeland, 2017). Waarom nog vasthouden aan 8 uur puur omdat het ‘zo hoort’?
  • Tot slot maken we ruimte voor rust. Waarom zien we rust nog steeds als ‘herstel van werk’ en niet als een essentieel onderdeel van presteren? In de topsport is hersteltijd net zo belangrijk als training.

 

Tijd voor een systeem dat wél klopt  

Psychologen en psychiaters begeleiden mensen naar herstel. Maar wat als we dat principe ook toepassen op werk zelf? Waarom een systeem accepteren dat uitput, terwijl we beter weten? Misschien is het tijd om de vraag om te draaien. Niet: hoe pas jij in het huidige systeem? Maar: hoe ontwerpen we een systeem dat wél klopt? 

Leyd werkt anders. Werken op jouw ritme, met opdrachten die passen bij jouw energie en expertise. Autonomie over je tijd, focus en herstel. En een beloning die wél klopt. Want goed werk verdient een goed ritme. 

Bronnen: 

  • Roenneberg, T. (2012). Internal Time: Chronotypes, Social Jet Lag, and Why You’re So Tired. Harvard University Press.
  • Walker, M.P. (2017). Why We Sleep: Unlocking the Power of Sleep and Dreams. Scribner.
  • Pink, D. (2018). When: The Scientific Secrets of Perfect Timing. Riverhead Books.
  • Kleitman, N. (1963). Sleep and Wakefulness. University of Chicago Press.
  • Van der Helm, E., & Walker, M.P. (2009). Overnight Therapy? The Role of Sleep in Emotional Brain Processing. Psychological Bulletin, 135(5), 731–748.
  • Wergeland, E. (2017). Effects of a 6-Hour Workday on Productivity and Wellbeing. Scandinavian Journal of Work, Environment & Health.
  • Meesters, Y. (2023). Light Therapy for Seasonal Affective Disorder: Mechanisms and Efficacy. Journal of Affective Disorders.
  • Van Heugten, D. (2024). Slaap en Mentale Gezondheid. Maastricht University.
  • Meijer, J.H. (2023). Circadian Rhythms and the Impact of Light on Human Health. BioClock Consortium.
  • Shah, A.K., & Mullainathan, S. (2013). Scarcity: Why Having Too Little Means So Much. Times Books.
  • “Zomertijd, dus een uur kwijt: hoe biologische klok en ‘echte’ klok zich tot elkaar verhouden” – BioClock Consortium, 2023.